Historie

Gezicht op Nederhorst en Den Berg, Roelant Roghman, 1647

Gezicht op Nederhorst en Den Berg, Roelant Roghman, 1647
(Klik op de kaart voor vergroting)

De eerste kennis over hoe het landgoed rondom Nederhorst er uitzag dateert uit 1647 van de tekeningen van Roelant Roghmann en de opmeting door B. de Roy uit 1700. Dit is na de bouwcampagne van omstreeks 1630 waarbij Godard van Reede het kasteel zijn huidige vorm gaf.

Roelant Roghman, de bekende topografisch tekenaar, maakte tijdens zijn bezoek in 1647 een aantal tekeningen van Nederhorst. In de onderstaande afbeelding zijn twee tekeningen van hem gecombineerd: een tekening van Nederhorst en een van Den Berg met zijn karakteristieke kerk.

Nederhorst staat soeverein in het landschap. Vlakbij het kasteel staat nog een grote boerderij op de plek waar nu het koetshuis staat. Het omgrachte voorplein is toegankelijk via  een poortgebouw. Voor de poort staat een koets te wachten. De koets is via een lange laan met bomen vanaf de Reevaart komen aanrijden.

‘Caarte van het Huijs tot Nederhorst, Ao 1700’ van de landmeter Bernard de Roy. Archief Nederhorst, verloren gegaan bij brand in 1971.

‘Caarte van het Huijs tot Nederhorst, Ao 1700’ van de landmeter Bernard de Roy. Archief Nederhorst, verloren gegaan bij brand in 1971.

Aan het eind van de 17de eeuw kreeg de landmeter en cartograaf Bernard de Roy opdracht Nederhorst in kaart te brengen.

Deze kaart geeft een beeld van de aanleg van de buitenplaats zoals die bij de verbouwing omstreeks 1630-1635 door Godard van Reede (1588-1648) vorm heeft gekregen.

Van Reede verbouwde het middeleeuwse kasteelcomplex tot een rechthoekig gebouw en een tuinencomplex met een Renaissance karakter. Hij liet omstreeks 1630 ook de ‘Reevaart’ (verkorting van: Van Reede-vaart) of ‘Nieuwe Vecht’ aanleggen. Het complex, dat tot dan via een toegangsweg vanaf de kerk op ‘Den Berg’ ontsloten was, kreeg een nieuwe oprijlaan van de vaart naar het verbouwde huis zoals die ook al op de tekening van Roghman te herkennen is. Deze laan ligt niet in de as van het huis maar loopt conform de dan al bestaande perceel indeling van het weidegebied tussen het kasteelcomplex en de Reevaart.

De ligging van deze laan is in de actuele situatie nog goed herkenbaar. Beschermd door een aantal grachten en sloten ligt Nederhorst tussen de bomen in het vlakke weidelandschap. De moestuin ten noorden van het huis is duidelijk herkenbaar.

De originele kaart van de Roy is bij de brand van 1971 verloren gegaan.

‘Caarte van het Huis tot Nederhorst’; met een ontwerp voor de aanpassing van de aanleg op Kasteel De Nederhorst; door J. van Staden, 1713. Archief Nederhorst, verloren gegaan bij brand in 1971.

‘Caarte van het Huis tot Nederhorst’; met een ontwerp voor de aanpassing van de aanleg op Kasteel De Nederhorst;
door J. van Staden, 1713. Archief Nederhorst, verloren gegaan bij brand in 1971.

Godard Willem Tuyll van Serooskerken laat in 1713 een plan maken voor de restyling van de parkaanleg van Nederhorst door Jan van Staden.

Naar de mode van die tijd wordt er een aanleg in geometrische stijl gerealiseerd met een sterke nadruk op een hoofdas door het complex. De ligging en oriëntatie van de hoofdas worden bepaald door de middengang in het huis. Het ontwerp is kenmerkend voor de late zeventiende en de vroege achttiende eeuw.

Aan de voorzijde van het kasteel wordt in de as een geheel nieuwe en zeer brede toegangslaan vanaf de Reevaart aangelegd. De boerderij wordt verplaatst naar de zijingang en in plaats daarvan wordt er een dubbel koetshuis gebouwd.

Achter het kasteel wordt een parterre de broderie aangelegd. 

Gewassen tekening van Abraham de Haen uit 1730 , waarschijnlijk naar een tekening van Cornelis Pronk. (Rijksprentenkabinet)

Gewassen tekening van Abraham de Haen uit 1730 , waarschijnlijk naar een tekening van Cornelis Pronk. (Rijksprentenkabinet)

Het kasteel krijgt een geornamenteerde middenpartij en een nieuwe toegangsbrug met brede trappen en smeedijzeren hekken, welke nog steeds aanwezig zijn op Nederhorst.

Niet het hele plan is uitgevoerd, zo is het koetshuis aan de noordzijde van het voorplein niet gerealiseerd en is het hek aan het einde van de pronklaan aan de Reevaart gekomen.

Gravure naar een tekening van Jan de Beijer uit 1747 , Particuliere collectie

Gravure naar een tekening van Jan de Beijer uit 1747 , Particuliere collectie

Op de gravure hiernaast, naar een tekening van Jan de Beijer uit 1747, is te zien wat de kooplui uit Amsterdam zagen als zij op weg waren naar hun stroomopwaarts gelegen buitens aan de Vecht. Nadat zij eerst tol hadden betaald bij de brug voeren zij langs een indrukwekkende haag met daarvoor een rij bomen. Op de oever van de vaart was een imposant ensemble geplaatst, bestaande uit een monumentaal toegangshek, een aanlegsteiger of ‘vechtstoep’ en een tweetal hardstenen piedestals. Daarachter is de nieuwe laan te zien met in de verte het huis.

Het toegangshek is nog steeds een van de mooiste in het Vechtgebied, de tuinvazen staan op het voorplein bij het kasteel en na de demping van de Reevaart omstreeks 1970, is het smeedijzeren hek van de steiger aan de achtergevel van het kasteel geplaatst.

Bij veel buitens en landgoederen zijn in de 19e eeuw de bewerkelijke, formele tuinen vervangen door een park in landschapsstijl. Zo niet op Nederhorst, de omgeving is er weinig geschikt voor en daarnaast waren de eigenaren in de 19e eeuw beduidend minder vermogend dan hun 18e- en 17e-eeuwse voorgangers. Het gevolg is dat de oude structuur van het landgoed behouden is gebleven.Dit is goed te zien op dit minuteplan.

 

Nederhorst in Gezigten aan de Rivier de Vecht naar de Natuur Geteekend en op Steen overgebragt door P.J. Lutgers"uit 1836, Collectie Harmine Wolters Stichting

Nederhorst in Gezigten aan de Rivier de Vecht naar de Natuur Geteekend en op Steen overgebragt door P.J. Lutgers”uit 1836, Collectie Harmine Wolters Stichting

Er is niet zoveel beeldmateriaal aanwezig over Nederhorst in de 19de eeuw. Uitzondering is het boek “Gezigten aan de Rivier de Vecht naar de Natuur Geteekend en op Steen overgebragt door P.J. Lutgers” uit 1836 waarin Nederhorst is afgebeeld.

De bomen uit de formele tuin zijn uitgegroeid tot een wild bos en de elegante personen bij de Haen van een eeuw daarvoor hebben plaats gemaakt voor een eenzaam boertje met een hondenkar. Niets meer van de rationaliteit van de formele tuin,  de natuur heeft het overgenomen en Nederhorst lijkt in een bos te staan. Een en ander in volledige overeenstemming met het dan geldende romantisch ideaal.

In het Stadsarchief Amsterdam zijn aan aantal foto’s van Jacob Olie die rond 1900 zijn kinderen in het park van Nederhorst fotografeerde. Het lijkt erop dat er sinds de prent van Lutgers niet veel veranderd is. Ook dan nog veel hoge bomen die tot aan de slotgracht staan.

Met de hand ingekleurde prentbriefkaart uit 1904 van de zuidzijde van Nederhorst, Collectie Harmine Wolters Stichting

Met de hand ingekleurde prentbriefkaart uit 1904 van de zuidzijde van Nederhorst, Collectie Harmine Wolters Stichting

Hiernaast een ingekleurde prentbriefkaart uit 1904 met een foto van de moestuin aan de zuidzijde van het kasteel.

Achter een schutting stond een serie kassen en waren plantenbedden aangelegd om groenten en fruit voor de bewoners van het kasteel te verbouwen.

Op een andere foto uit 1912 is te zien dat er ook een stookhuis heeft gestaan om de kassen te verwarmen. Het koetshuis was kort daarvoor uitgebreid waarin naast de elektriciteitsgenerator ook een modelstal voor koeien was gekomen.

Prentbriefkaart uit 1904 van de voorzijde van Nederhorst in gardeneske stijl, Collectie Harmine Wolters Stichting

Prentbriefkaart uit 1904 van de voorzijde van Nederhorst in gardeneske stijl, Collectie Harmine Wolters Stichting

Rondom dezelfde tijd kreeg het voorplein een duidelijk ander karakter. Het arcadische karakter met zijn ‘natuurlijke’ beplanting van de 19e eeuw, werd vervangen door geometrische bedden met daarin gekweekte planten en exoten. Op het bordes stond een uitgebreide collectie van, waarschijnlijk bloeiende, kuipplanten.

Deze gardeneske stijl vergde vrij veel onderhoud en dat zal wel de reden zijn dat de aankleding van het voorplein zich later beperkte tot wat kuipplanten op het voorplein.

Luchtfoto uit 1949

Luchtfoto uit 1949

Op de luchtfoto uit 1949 is duidelijk te zien dat de hoge bomen aan de noord- en westzijde van het kasteel verdwenen zijn. Er zijn geruchten dat dit gedurende de 2e wereldoorlog gebeurd zou zijn. Op de foto zijn een aantal monumentale bomen te zien die nu verdwenen zijn: de twee beuken achter het kasteel, de zoom van  paardenkastanje bij de voormalige moestuin en de iepen voor het koetshuis.

Het opschot rondom het kasteel bestond voornamelijk uit esdoorns, die later zouden uitgroeien tot een stakerig bos. Dit bos werd in het begin van de 80-er jaren grotendeels gerooid, waarna er eiken en beuken werden geplant. Het grootste gedeelte van het huidige bos is nu dus 35 jaar oud.

Ontwerp achterpark Nederhorst. (ir. Peter Verhoeff Landschapsarchitect BNT van Stichting PHB, 2006)

Ontwerp achterpark Nederhorst. (ir. Peter Verhoeff Landschapsarchitect BNT van Stichting PHB, 2006)

Begin deze eeuw was het kasteel van drie kanten omringd door hoog opgaande bomen die het gezicht op het kasteel ontnamen.

Peter Verhoeff van de Stichting PHB maakte een plan dat sterk geïnspireerd was op het driehonderd jaar oude plan van J. van Stade. Dit plan is in 2007 gerealiseerd, waarbij onder andere achter het kasteel een demi-lune (halve maan) is gerealiseerd.

Het resultaat is dat het kasteel nu net als in de 18de eeuw van alle kanten goed zichtbaar is geworden.

Toegangspoort

De ridderhofstad Nederhorst en het dorp den Berg, ets van Jacobus Buys in Het Verheerlijkt Nederland, (1740). N.b. de prent is in spiegelbeeld!

De ridderhofstad Nederhorst en het dorp den Berg, ets van Jacobus Buys in Het Verheerlijkt Nederland, (1740). N.b. de prent is in spiegelbeeld!

Het majesteitelijke hek, aan de zijde van de Reevaart, wordt rond 1730 gedateerd. Het is vermoedelijk besteld door Godard van Tuyll van Serooskerken (1708-1757). Op deze ets uit 1740 is te zien hoe het imposante hek, met daarvoor een hekwerk bij de aanlegsteiger, er midden 18e eeuw moet hebben uitgezien.

De in 1629 aangelegde Reevaart of Nieuwe Vecht werd in de jaren na 1969 gedempt om de beide dorpshelften van Nederhorst den Berg beter met elkaar te verbinden. Daarmee verdween ook de charmante dubbele ophaalbrug, die in de praktijk een obstakel was voor het verkeer. Sinds circa 1950 kon deze brug zelfs niet meer open als gevolg van gekibbel tussen gemeente, provincie en bisdom. Het dempen van de Reevaart heeft het dorp weinig vreugde gebracht. De sfeer die voorheen mede werd bepaald door het scheepvaartverkeer was verdwenen.

Het hek en de grote laan van Nederhorst in 2015

Het hek en de grote laan van Nederhorst in 2015

Wat ook verdween was het 18e-eeuwse bordeshek dat het bordes aan de Reevaart, vlak bij het monumentale toegangshek van het kasteel, afgrensde. Dit hek is herplaatst naar de achterzijde van het kasteel en staat nu op de voormalige wasplaats aan de slotgracht. Daartoe is het hek in tweeën gedeeld, waarna het rechter en het linker deel verwisseld konden worden

Stinsenplanten

Groepen enkele en dubbele sneeuwklokjes

Groepen enkele en dubbele sneeuwklokjes

Op Nederhorst bloeien in het parkbos ieder voorjaar grote aantallen sneeuwklokjes en bosanemonen; net als de gewone vogelmelk, de prachtframboos en de Japanse duizendknoop zijn deze hier van oudsher aanwezig. Na de restauratie van het park zijn een aantal nieuwe soorten stinsenplanten geïntroduceerd zoals daslook, de boshyacint, de voorjaarshelmbloem, de Italiaanse aronskelk en de voorjaarszonnebloem. Op de parterre, achter het kasteel zijn de afgelopen vier jaar, met behulp van vrijwilligers 5000 boerencrocussen aangeplant.

bosanemoon

Stinzenplanten vormen een bijzondere groep sierplanten, vooral bol- en knolgewassen, die je vindt op oude buitenplaatsen, boerenhoeven en pastorietuinen. Deze zijn daar eeuwen geleden geplant en in de loop van de jaren verwilderd en ingeburgerd. De naam van deze bijzondere sierplanten is afgeleid van het Friese woord voor een versterkt stenen huis: stins. Maar niet alleen op de Friese staten en stinsen en op de borgen in Groningen vind je stinsenplanten, ook rond de buitenhuizen aan de Vecht en rond Amsterdam bloeien ze massaal. Bijna alle stinsenplanten bloeien vroeg in het voorjaar, nog voordat er blad aan de bomen zit.

Het meest bekend zijn de soorten die we ook vaak uit onze eigen tuin kennen, maar die ooit, eeuwen geleden door de rijke adel uit Zuid- en Midden Europa werden geïmporteerd om hun tuinen te verfraaien: het sneeuwklokje en de boerenkrokus. Tot de stinsenplanten worden ook enkele inheemse planten gerekend zoals daslook, de voorjaarszonnebloem, de gewone vogelmelk en de voorjaarshelmbloem.